top of page

De snelheid van een oordeel, oordelen over ‘oordeel’

Het begrip ‘oordeel’ houdt me al enige tijd zo nu en dan bezig. Ik heb er veel bij stil gestaan, over nagedacht, gemijmerd, gevoeld… Ik wil in deze blog wat stof tot reflectie en bewustwording aanreiken. Het gevoel dat wat ik nu ga schrijven ook binnen de categorie van ‘oordeel’ zal vallen, is me niet vreemd. Ik ga mij dus wagen aan ‘oordelen over het begrip oordeel’.

Laten we eerst eens kijken wat het Van Dale woordenboek als betekenis geeft. Ik citeer hier letterlijk wat het online woordenboek schrijft:

oor·deel (het; o; meervoud: oordelen) 1 goed- of afkeurende uitspraak; mening: ik ben van oordeel dat …; het laatste oordeel Christus' vonnis aan het eind van deze wereld 2 vermogen om te oordelen; verstand

oor·de·len (oordeelde, heeft geoordeeld) 1 vonnissen, rechtspreken 2 door redenering tot een gevolgtrekking komen 3 van mening zijn; achten

Ik wil het hier enkel hebben over het zich bedienen van een oordeel in de context van het dagelijkse leven. Je ziet iets of er gebeurt wat en voilà, je menig is al razendsnel gevormd, je oordeel is geveld.


Onlangs op een vakantiestrand. Een oma met haar dochter en baby kleinzoontje, naar ik gok, van Oekraïense afkomst. En we zijn vertrokken voor een mentale act die als volgt zou kunnen gaan: Dochterlief gedraagt zich als een diva/fotomodel. Moederlief, voluptueuzer dan dochterlief, paradeert aardig mee. Vijf strandlakens nemen i.p.v. elk één, voortdurend iphonetje showen… hebt ge me gezien. Na een week merk ik dat mamslief dag na dag dezelfde bikini en strandhemd draagt. ‘Als ik het zo breed liet hangen, dan permitteerde ik me toch op z’n minst twee bikini’s enz., enz., enz.

Ik vind oordelen in feite een nogal raar en gek iets. Het ‘oor’ hoort een ‘deel’ (oor-deel) en toch zijn we er als de kippen bij om onze mening, ons oordeel te vellen. We geven dus onze mening over iets waar we het geheel niet van kunnen overschouwen. Dat vind ik zelf raar. Nog meer eigenaardig is de constatatie hoe vaak per dag een oordeel zich aandient.

Er zijn telkens twee betrokken partijen: diegene die het oordeel formuleert (de zender) en de persoon waarop het oordeel betrekking heeft (de ontvanger).

De zender

Het vormen van een oordeel zet bij de zender een mentaal proces in beweging. Er worden gedachten geproduceerd. Ziet die daar? Ha, ha, had je dat gezien? Hé, raar hè, zo een familie.De hoeveelheid gedachten wordt bepaald door de mate waarmee we oordelen Het kan blijven bij een paar of één enkele gedachte. We kunnen er ook helemaal in opgaan.

De zender koppelt meestal een zekere emotionele lading aan het oordeel. Dit kan je afleiden uit de manier waarop het oordeel geformuleerd wordt, de lichaamshouding, de mimiek, de woordkeuze, de intonatie enz. We zien maar een deel van iets, een persoon bijvoorbeeld. We kennen hem of haar niet, we weten niet welke persoonlijkheid er schuil gaat achter de kleren of het gedrag en toch hebben we er een mening over. Ons blikken zijn afkeurend, soms verschijnt er een glimlach op ons gelaat, een blik van minachting…

Naast de mate waarin we oordelen heeft de snelheid waarmee het oordeel zich aandient me toch wel enigszins verbaasd. Je loopt over straat, ziet een iet of wat ongewoon type persoon voorbij wandelen en voilà, het oordeel is er. Ons ego is vertrokken voor een mentaal praatje. Zou die verslaafd zijn? Allé hoe loopt die er nu bij? Die sneakers mogen ook wel eens in de wasmachine. Toch wel een beetje démodé die kleren. Amai, had je dat meisje gezien… Herkenbaar toch? Dit doen we toch allemaal, misschien op een paar uitzonderingen na. En waarom eigenlijk? Levert het ons iets op? Draagt het bij aan onze geluksgevoelens? Moeten we snel oordelen omdat er gevaar dreigt?

Een ander aspect is het ‘ongevraagd’ uiten van een oordeel. Het blijft niet altijd bij een gedachte. Sommige ‘zenders’ vinden het fijn om hun oordeel aan de andere partij mede te delen. Jij hebt niet te klagen want jij rijdt met een Mercedes. Ja, dom en blond hè. Op de sociale media en in emailverkeer (Facebook, Youtube, Twitter…) zie je dat mensen de grenzen van het fatsoen wel eens durven overschrijden. Zeker wanneer het gaat over ‘ongevraagd’ oordelen. Schijnbaar valt er bij sommige mensen in de virtuele wereld één of andere rem weg die in de menselijke omgang nog wel schijnt te bestaan. Iemand die op Facebook zijn scheiding meldde kreeg een paar keer de reactie ‘eindelijk’ voorgeschoteld. ‘Die kerel mankeert enkel een grijs uniform, de uitstraling heeft hij al’ las ik als reactie op een artikel over een Belgisch staatssecretaris. ‘Ongelooflijk welke rotzooi en modder mensen op internet durven te gooien’ Dit zijn de woorden van actrice Marleen Merckx, Simonneke uit Thuis ( Het Nieuwsblad 28/04/2015)

Je zou kunnen zeggen dat oordelen iets is waar mensen in deze cultuur zich collectief van bedienen. Haast iedereen doet het, onbewust en automatisch. Of dit ook ingebakken zit bij andere culturen weet ik niet. Naar ik vermoed zal je dit niet aantreffen in een boeddhistisch klooster. In kranten, op TV, op de radio, door de aankondigingen van de liedjes, bij het aanhoren van het journaal, het lezen van de krant…. Met ‘de bril van oordeel’ op je neus, merk je het oh zo vaak op. Ik luister heel erg vaak naar de radio. Hoe vaak op een dag hoor je niet de mening, soms ook het oordeel over het lied dat aangekondigd wordt. Is dit nodig? Ik heb er alleszins geen boodschap aan, het levert me geen meerwaarde op. Integendeel mijn open geest is bij aanvang van het lied al licht gekleurd.

Stilstaan bij dit onderwerp zou meer bewustwording en bewustzijn kunnen ontwikkelen. We kunnen ons afvragen wat de waarde van een oordeel is en wat voor consequenties het heeft voor de omgang met andere mensen. Wat is de drijfveer ervan is? Wat drijft iemand om een rauw en ongezouten oordeel te vellen? En wat levert het op?

Je hebt ook de andere kant van de medaille, de ontvanger.

De ontvanger

Wanneer we ze zelf voorwerp zijn van de oordelende medemens, ohlala, dan steigeren we, we gaan onszelf verantwoorden en verdedigen. We kunnen niet goed verdragen dat er een deel uit ons verhaal geplukt en uitvergroot wordt. En als we voorwerp van een oordeel zijn, dan schijnen we allemaal plots te beseffen dat oordelen toch een niet al te liefdevolle act is. Die persoon kent mij niet, weet niet wat mijn beweegredenen zijn en meent toch een oordeel te kunnen vellen over mij. Je kunt voor of tegen Bart De Wever zijn, daar is iedereen vrij in. Wat opvalt, is hoe deze man om de haverklap geoordeeld wordt.

De persoonlijkheid van de ontvanger bepaalt de mate waarin een oordeel impact heeft en wat het met zijn innerlijke huishouding doet. Een negatief oordeel komt veel harder aan dan genuanceerde en positieve meningen. Hoe komt het dat tegenover één negatief oordeel misschien wel honderd positieve moeten staan om de harmonie te bewaren? Zijn we dan een volk dat collectief lichtgeraakt is?

Hoe ik ermee omga Mijn levensmotto is al lang: doe een ander niet aan wat je zelf niet aangedaan wil worden. Ik word niet graag geoordeeld zonder dat men mij echt kent of het geheel in beschouwing neemt. En ja, als ik op een rauwe en ongezouten manier geoordeeld word, dan ben ik ook even de kluts kwijt en van streek.

Meer en meer herken ik bij mezelf wanneer ik aan het oordelen ga. De snelheid waarmee het oordeel zich aandient, verbaast me nog steeds en telkens weer: ‘oeps dat was weer een oordeel’. Hoe ik ermee om ga? Telkens ik mezelf betrap vergeef ik me hiervoor. Ik breng in herinnering dat ik als mens een bewustwordings- en leerproces ga. Ik vertel me dat ik een ander niet wens aan te doen wat ik zelf in mijn leven ook niet wil. Ik herinner me dat oordelen een liefdeloze act is. Door nog meer bewustwording hoop ik dat de frequentie van het oordelen mettertijd in grote mate zal afnemen.

Ik neem me weleens voor als ik alleen op een terras een koffie drink en de mensen die passeren observeer om een uur lang niet te oordelen. Dit is ontzettend moeilijk. Ik vind het een goede maar heel confronterende oefening die me toont dat ik nog een hele weg te gaan heb naar een ‘oordeelvrij’ bestaan. Zin om ook eens te proberen? Ik daag je uit en ben benieuwd naar wat het met je doet.

Nochtans merk ik dat de afwezigheid van oordeel een belangrijke bijdrage kan leveren aan de rust en stilte in mijn hoofd. Veel minder drukke, dwingende gedachten, veel meer ademruimte voor positieve gedachten, gedachten die er werkelijk toe doen. Meer ruimte en meer tijd om te besteden aan de eigen innerlijke wereld. Meer tijd voor kwalitatieve zelf-voedende gedachten. Er is meer ruimte voor compassie en mededogen, meer respect voor ieder individu dat zijn eigen pelgrimstocht en bewustwording en groei gaat. Het counteren van de activiteit van oordelen opent de toegangspoort tot het hart, tot meer liefde. Tot besluit

Dient oordelen de mensheid? Dient oordelen het individu?

Oordelen legt een hypotheek op de harmonie binnen intermenselijke relaties. In de innerlijke wereld verstoort het gevoelens van innerlijke rust en vrede en de mate waarin geluksgevoelens ervaren kunnen worden.

Eindigen doe ik met twee quotes:

Door niet te oordelen schept je stilte in je geest! (Sri Ammabaghavan)

Als je maar 50 procent over iemand weet, kan je er 100 procent naast zitten. (Dagelijkse gedachte van Rita De Ceuster)

92 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page